Bewust in zijn
Alles is bewustzijn of het nu bewust of onbewust is van zichzelf, we hebben niet een bewustzijn maar zijn het, zoals het woord het al zegt bewust-zijn.
Wij spreken van een onbewust bewustzijn als het zich niet bewust is van zichzelf, het weet niet dat het bestaat en dit kent verscheidene gradaties waarbij intelligentie de basis vormt van het Zelf dat zich bewust is.
We kunnen spreken van intelligentie als het Zelf kan handelen vanuit iets anders dan emotie of aangeleerd gedrag.
Intelligentie houdt in dat er niet automatisch wordt gereageerd maar dat het Zelf iets kan overwegen, er kunnen keuzes gemaakt worden.
Het Zelf krijgt besef van zijn positie ten opzichte van zijn wereld, het gaat zichzelf los zien van zijn omgeving.
Intelligentie wil niet zeggen dat het Zelf een denkend wezen is maar dat het latent in hem verborgen ligt en aangesproken kan worden indien groei dit veroorzaakt, denken gebeurt in een later stadium maar is wel het logisch gevolg van intelligentie.
Het hele universum is gevuld met bewustzijn, het is bewust-zijn.
Dit bewustzijn laat zich zien als het zich openbaart binnen het Zelf in de stof, bewustzijn dat tot openbaring is gebracht doet zich aan ons voor als een afgescheiden deel van het geheel.
De totaliteit wordt gevormd door de som van het geheel, een oceaan is een geheel maar bestaat net zo goed uit ontelbare losse druppels die het geheel vormen, het is maar net hoe wij het ervaren.
Ons universum is dualistisch en alles dat zich hierin openbaart is dan ook dualistisch van aard, alles wat zichzelf tot aanzien brengt is onderworpen aan deze wet en zal zich hier niet aan kunnen onttrekken wat ook inhoudt dat ongeopenbaard bewustzijn niet per se dualistisch hoeft te zijn.
Dualiteit kent twee polen en die twee polen zorgen voor een spanningsveld binnen het Zelf dat oplossend wil zijn en terug wil naar de oorspronkelijke staat, ondualistisch of eenheid.
Het geopenbaarde universum laat tot dualiteit gekomen bewustzijn zien dat een lange weg volgt van onbewuste eenheid naar bewuste eenheid en aangezien het universum vol-ledig is zal er nooit iets af gaan of bij komen, het is slechts een kwestie van geopenbaardheid.
Alles wat wij als Zelf kunnen waarnemen is tot openbaring gekomen bewustzijn en alles wat wij niet kunnen waarnemen is voor ons niet geopenbaard bewustzijn dat aanwezig is op een voor ons onzichtbaar niveau.
Als een incarnerend Zelf zich zal gaan openbaren heeft het stof nodig om een voertuig te kunnen maken waarin het zich kan manifesteren, zonder een voertuig kan het zich niet openbaren.
Een voertuig of lichaam wordt opgebouwd door het aantrekken van ontelbare atomen die in die wereld tot aanschijn kunnen komen.
Niet alleen worden atomen aangetrokken die tijdens vorige incarnaties verbonden waren aan het Zelf maar ook worden nieuwe bewustzijns in de aether (alles omvattende ruimte waarin wij ons bevinden) tot aanschijn gebracht omdat het involuerende bewustzijn zich verdicht in de stof.
Het fysieke lichaam van de mens is het meest verdichte lichaam dat hem ter beschikking staat, het astrale lichaam is minder verdicht en zal naarmate het zich meer verdicht ook meer atomen aantrekken.
De gehele kosmos is vervuld van leegte wat voor ons betekent dat de volheid zich aan ons oog onttrekt zodat het niet waarneembaar is maar derhalve wel aanwezig.
Elk Zelf zal wachten tot het geroepen wordt om tot aanschijn te komen in de wereld van de stof zodat het zich kan gaan bewegen op het pad naar zelf-bewustzijn.
Er is geen mogelijkheid voor het Zelf om zichzelf tot aanschijn te wekken maar heeft altijd een ruimte nodig waar het zichzelf in kan manifesteren en dit principe geldt voor de gehele kosmos.
Elk Zelf heeft een verder ontwikkelt Zelf nodig die hem een wereld biedt waarin het kan groeien, zoals een zaadje niet uit zichzelf tot ontwikkeling kan komen maar hiervoor een omgeving nodig heeft die hem de voorwaarden schept om tot volwassenheid te kunnen komen.
Het Zelf dat tot aanschijn komt is geroepen door een hoger ontwikkelt Zelf dat een lichaam nodig heeft om te kunnen groeien, een bewustzijn dat in de vorm van atomen zich laat zien in het fysieke lichaam.
Zo onder zo boven en de mens kan pas tot aanschijn komen indien een hoger bewustzijn hem roept om zelf te kunnen groeien, alles in het gehele universum is dus verbonden aan elkaar en kan niet zonder een ander bestaan.
Er is een wederzijdse afhankelijkheid en verantwoordelijkheid die bepalend is voor zowel het lagere als het hogere dat zich middels elkaar tot aanschijn heeft geroepen.
Indien de mens zich als incarnatie wil begeven op de aarde zal het atomen aantrekken om zijn zevenvoudig lichaam te kunnen bouwen, het Zelf trekt een voor ons onzichtbare wolk van atomen aan en doordringt deze van geest, dit lichaam zal zich atomen aantrekken en het tweede lichaam bouwen zodat uiteindelijk het zevende of fysieke lichaam gebouwd kan worden dat het meest verdicht is.
Samen met de andere zes lichamen is het fysieke lichaam opgebouwd uit ontelbare atomen die elk een eigen bewustzijn hebben en ook weer bestaan uit nog kleineren delen, dit tot het oneindige toe want er is geen begin en geen eind slechts het moment van aanschijn waarin wij onszelf bewust zijn.
Zoals ik mij niet bewust ben van atomen in mijn lichaam, mij zelfs niet bewust ben van cellen in mijn lichaam maar slechts op hoger niveau iets kan waarnemen zo is het ook met het zonnestelsel en nog hoger met het melkwegstelsel.
Elk stelsel is een inwonende god die alleen tot aanschijn kan komen indien zijn lichamen worden opgebouwd uit bewustzijns die ook weer bestaan uit bewustzijns etc.
Het is een oneindige keten van verbondenheid en samen wordt steeds weer een volgende stap gezet op de ladder van groei en ontwikkeling.
Deze keten kan vergeleken worden met een piramide waarbij elke stap dieper in de stof meer atomen verlangt en de laag groter wordt.
Indien een lichaam weer overgaat naar een andere wereld zal deze piramide in omgekeerde volgorde ook weer afgebroken worden zodat hetgeen dat als laatste tot aanschijn is gekomen als eerste weer zal verdwijnen.
Zoals een oceaan bestaat uit ontelbare druppels water bestaat het universum uit bewustzijn en slechts dat wat correspondeert met onszelf is voor ons zichtbaar wat inhoudt dat 99,9 procent niet door ons gekend wordt.
Toch is dat hele kleine deeltje dat van mij een ik maakt onlosmakelijk verbonden met het geheel en liggen alle krachten van het geheel verborgen in mijzelf.
Bewustzijn in Zijn is weten dat je in de oceaan bent en dat de oceaan in jou is.